Paulus Achttienhoven heeft het oorspronkelijke pand verbouwd tot de staat zoals op de tekening van Caspar Philips is te zien: een 5,57 m. breed koopmanshuis met een halsgevel met hoekvazen op de vleugelstukken, een siervaas op het driepas getoogde fronton, hoekconsoles, een ongeveer 2 meter hoge stoep met een brede onderdoorgang met een dubbele deur naar een achterwoning en een omlijste toegang met een onder- en bovendeur.
De eerste etage is de beletage met een grote voordeur en sieromlijsting plus bovenlicht en een marmeren gang waarvan de wanden en plafond voorzien zijn van Lodewijk XIV stuukwerk en symmetrisch geplaatste valse vensters tegenover de deuren. Het trappenhuis is gesitueerd achter het voorhuis.
Voor 1794 heeft Hendrik Wessels heer een Steenkopersbedrijf. In 1794 huwt Jan Fredrik Helmers[1794 – 1813] met Catarina Wessels en trekt het echtpaar in bij de familie Wessels. Als Hendrik Wessels overlijd, koopt Jan Fredrik het huis en zet het bedrijf voort tot zijn overlijden in 1813. Na zijn dood wordt het bedrijf voortgezet onder de naam Helmers & Loots. De weduwnaar Cornelis Loots[1764-1834] huwt in 1813 met de zuster van Jan Fredrik Helmers, Elisabeth Helmers[1784-1816] en ze blijft er wonen. Zijn deelname - ingegeven door gevoelens van loyaliteit jegens zijn schoonfamilie - bleek financieel gezien een misstap. Loots zou tot het einde van zijn leven toe nauwelijks in staat blijken te zijn het hoofd boven water te houden. Ook in de huiselijke sfeer was er tegenslag: eind 1816 overleed zijn tweede echtgenote. Ze kregen wel nog een zoon en vijf dochters.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.